Volle bak

“Hoi ik ben Barbara”, stelde de jonge vrouw die ik zag, toen ik binnenkwam, zich voor. “Ik ben Arthur, ik kom invallen”. Ze lachte naar me en zei: “Welkom, fijn dat je er bent. Ik breng Olivia even naar bed.” Met een baby in haar armen liep ze naar achteren waar kennelijk de slaapkamer was. Ik was voor het eerst op die locatie. Op de eerste verdieping was nog een verticale groep, en op zolder een peutergroep. Ik mocht die dag dus in de babygroep invallen. Het was een grote rechthoekige kamer. In het midden stonden de wc’s en de verschoon ruimte tussen klapdeurtjes met hele stevige magneten, zodat de kinderen ze niet zelf konden openen. Aan de andere kant van de kamer stond een grote eettafel met zitbanken en hoge wippertjes, en langs de muur stond de keuken. Daar tegenover was de slaapkamer, waar Barbara in was gelopen met Olivia. Ik zag nog 2 jonge kinderen op de grond spelen en ging even naast ze zitten. Toen ik net zat kwam er een vader binnen met een baby op zijn arm. “Goedemorgen”, zei ik, toen ik opstond en hem een hand gaf. “Ik ben Arthur, inval van vandaag.” “Hee hallo, ik ben Onno, vader van Evi hier”. En net toen ik wilde vragen of er nog bijzonderheden waren voor Evi, en of ze goed had geslapen, en hoe laat ze gedronken had, ging weer de deur open. Er kwamen 2 moeders binnen met elk een kind bij zich. Ik stelde mezelf ook aan hun voor, en richtte me weer op Onno, om Evi te ontvangen. Snel daarna hoorde ik alles van Pascal. Die was net op vakantie geweest dus moeder wilde even haar verhaal kwijt. Inmiddels was de moeder van Roos al van alles in het bakje van Roos aan het leggen achter de commode. “Ben je hier nieuw voor altijd?” Vroeg ze. “Nee, ik val nu 1 keer in, maar wie weet is het ooit nog een keer nodig.” Ze bleef een beetje bedenkelijk staan kijken en leek teleurgesteld. Ondertussen liep ik snel naar de vensterbank, waar 1 van de kinderen bijna vanaf viel. Terwijl ik het kind van de vensterbank af hielp duwde een ander kindje Evi om die gelijk begon te huilen. Die moest ik natuurlijk eerst even troosten. En terwijl ik haar op mijn arm had vertrok de moeder van Pascal. Pascal zwaaide haar nog even uit bij de vensterbank en ik zwaaide natuurlijk nog even met hem mee en vertelde hem ondertussen dat vanmiddag zijn mama hem weer zou komen halen, terwijl Evi nog steeds op mijn arm hing. Op dat moment kwam Barbara weer uit de slaapkamer. “Ik moest even Olivia rustig krijgen. Ze ligt nu gelukkig heerlijk te slapen.” De moeder van Roos gaf een zucht van verlichting toen ze Barbara zag. “Ohh, ik dacht dat Roos alleen moest blijven bij de invaller”, zei ze “en Roos is altijd al zo verlegen bij vreemden. Het was ook zo’n volle bak toen ik binnenkwam. Daar schrok ik gewoon van. Ik had haar bijna weer meegenomen, maar nu jij er bent laat ik haar hier hoor.” Barbara lachte vriendelijk en ik deed mee in de hoop het ijs een beetje te breken. De moeder van Roos lachte niet terug. Ze zette Roos op de grond, zei haar en ons gedag en vertrok. Geen overdracht, alleen een zorgelijk gezicht van moeder. En een huilende Roos op de grond. Barbara pakte haar snel op en troostte haar. Nog geen minuut later was het goed en zette Barbara Roos weer op de grond om te spelen. “Ik ga een bak koffie maken, kan dat daarachter in de keuken?” vroeg ik aan Barbara. “Ja”, zei ze, terwijl ze ernaar toeliep, “hier kan je Senseo maken en in die machine kan je de koffiecups gebruiken”. Het werd een hele fijne dag en ’s avonds stapte ik weer op mijn motor en reed ik tevreden naar huis.

Roos moest inderdaad even aan mij wennen. Na ongeveer 2 uur mocht ik haar ook verzorgen en was het goed. De ongerustheid van ouders, zoals de moeder van Roos, kom ik vaker tegen. Ik zie dan direct dat ze iets vinden van mij en mijn rol als invaller (en misschien zelfs mijn ‘man’ zijn in een babygroep?). Meestal probeer ik dan rustig kennis te maken, maar omdat er hier tegelijk zoveel mensen binnenkwamen en ik ook naar situaties moest vanwege de veiligheid van de kinderen, kon ik daar minder tijd voor maken. Deze moeder had daar last van. Het maakte haar ongerust voor de veiligheid van haar kind. Ze wilde graag een vast gezicht voor haar kind, wat natuurlijk ook logisch is. Maar die angst leek haar bijna te verlammen. Het kind voelt dat natuurlijk haarfijn aan en reageert daarop door precies te doen waar moeder bang voor is. Hoe schuldiger, of angstiger een ouder zich voelt, des te meer pijn zal het kind laten zien bij vertrek. Logisch toch? Alleen ouders zien dat zelf niet altijd zo. We kunnen als pm-ers hen helpen door zelf rustig te blijven, uit te leggen en begrip te tonen. Vervolgens moeten we natuurlijk verdriet of boosheid bij het kind erkennen en afscheid nemen van de ouder. Dat werkt meestal voor het kind goed. Soms helpt het om de ouder iets later een bericht te sturen als het kind lekker aan het spelen is. Zo werken we samen aan ‘vertrouwen’. Dat is soms best hard werken. Voor alle partijen! (pm-er, kind en ouder)

Scroll naar boven