Nog steeds maak ik wel eens mee dat ik gebeld word dat een opdracht niet door kan gaan, omdat ik een man ben. Soms komen bedrijven er pas achter als ik er ben, en sturen ze me weg (dat is gelukkig nog maar een paar keer gebeurd in 3 jaar tijd). In een tijd waarin mannen en vrouwen gelijke rechten hebben en gelijkwaardig zijn aan elkaar, én een tijd waarin geprotesteerd wordt voor lhbti rechten, vinden sommige mensen het toch nog steeds ‘normaal’ dat mannen niet met kleine kinderen mogen werken. Jammer, en ik ben het natuurlijk niet met hen eens. Ik kan nu kiezen om zielig te doen, of protest acties opzetten tegen discriminatie, maar dat levert mij alleen een negatief gevoel op. Ook associëren andere mensen dan mannen in de kinderopvang ineens met discriminatie en dus weer iets negatiefs.. Nee, dat wil ik niet! Ik kies er juist voor om de positieve kanten te belichten. En dat lukt heel vaak! Hoe? Dat leg ik in deze blog verder uit.
Ik geniet dagelijks van het werken met kleine kinderen. Mijn meest genoemde naam in de opvang is ‘juf’, daarna ‘papa’, soms ‘opa’ en af en toe ‘meester 🙂 . Het is fantastisch hoe snel kinderen je echt ‘zien’ en precies weten wat ze wel en niet aan je hebben. Het gaat er wel om dat je jezelf helemaal open zet voor de hele groep. Je ‘moet’ ieder kind willen zien. De namen van de kinderen snel in je hoofd prenten. Altijd zeggen wat je doet, en doen wat je zegt (net als in het onderwijs). En net als in het onderwijs kies ik er altijd voor het goede te doen, op het juiste moment, ook gezien vanuit het kind! En al heb je alle pedagogische boeken gelezen die er bestaan: elke dag is nieuw en elke dag zijn er momenten dat je het even niet weet en iets moet doen, terwijl je niet weet wat je moet doen. Deze fenomenologische pet zit me goed. Ik kan me voorstellen dat een buitenstaander denk: ‘Die gast doet soms helemaal niets. Hij zit alleen maar naar de kinderen te kijken’. Dan hoop ik dat die buitenstaander ziet en aanvoelt dat echt contact maken met kinderen niet altijd fysiek contact maken is, maar ze juist ook vrij laten, terwijl jij er voor ze bent. Dat geeft kinderen een gevoel van veiligheid, en vanuit die veiligheid kunnen (en willen) ze de hele wereld ontdekken. Elke dag kan ik op mijn manier laten zien hoe ik leef, met anderen omga, leer van mijn leven, en geniet. Met ups en downs, want ook ik heb mijn dag wel eens wel, en soms wel eens niet, net als ieder mens, dus net als ieder kind. Niet alles kan leuk zijn, maar je kan wel kiezen om blij te zijn met wat je hebt. Je kan blij zijn met wat wel lukt, met wat je wel kan. Huilen mag, boos zijn mag, blij zijn mag, samen met anderen om je heen. Elk mens heeft het recht te zijn wie hij of zij is en nogmaals: kinderen zijn ook mensen! (Janusz Korczak, 1918) Met deze visie op opvoeding en onderwijs geef ik dagelijks een stukje van mezelf. Kinderen doen namelijk altijd wat je doet, nooit wat je zegt. Zo werkte ik laatst met een collega die telkens ging schreeuwen tegen de kinderen als de kinderen iets deden wat van haar niet mocht. Ze schreeuwde dan bijvoorbeeld: “HEEEE, NIET SCHREEUWEN!”. 🙂 Elke dag denk ik na over mijn gedrag en de invloed daarvan op de kinderen. Welk gedrag van de kinderen spiegelen mijn gedrag, mijn denken, mijn tekortkomingen als volwassene in de ogen van het kind? Ik wil elk dag verder kijken dan alleen het gedrag. Het gedrag is namelijk alleen maar het topje van de ijsberg. Er zit zoveel onder. En juist de kinderen die ‘lastig’ gedrag tonen hebben de meeste liefde nodig. Hoe moeilijk ik dat soms ook vind. Soms lukt het daardoor dat ‘lastige’ gedrag om te zetten in iets positiefs. Welk oordeel heb ik bij dat gedrag? Hoe denk ik over de ouders? Over de collega’s? Zet ik mezelf misschien boven die persoon, omdat ik ze moreel afwijs, of denk ik het beter te kunnen? Natuurlijk vult het kind dat gat dan op door (soms onbewust) bijzonder gedrag te laten zien. En ohhh, wat oordelen we snel. Ik ook. Vandaar dat ik regelmatig alleen kijk naar wat er gebeurt. Alleen ingrijp als ik de situatie onveilig vind. En soms kies ik ervoor samen te spelen, te eten, of samen even tot rust te komen. Soms is het even rustig zitten, soms is het rennen, omdat je jezelf niet in tienen kan splitsen. Ik geniet ervan! En telkens als ik mezelf welkom voel heb ik zin om aan de slag te gaan. Of het nu om een kind van 3 maanden gaat, of een kind van 3 jaar. Ieder kind is uniek!
Kinderen bewust (of onbewust) pijn doen is iets wat ik ten alle tijde probeer te voorkomen. Soms heeft een kind pijn (door vallen of rode billen) en probeer je dat zo snel mogelijk te verzachten en troost te geven. Dat hoort bij je zorgtaken. Ook probeer ik kinderen te leren alles zelf te doen (Maria Montessori). Dat kost tijd, ruimte, aandacht en ik denk een boel liefde, anders kan je die eerste 3 niet geven. Dat is wat ik persoonlijk mis in de meeste onderwijsinstellingen, waardoor ik liever werk in de kinderopvang. Neem bijvoorbeeld het eetmoment. In mijn beleving iets belangrijks in een wereld waar de voedingsstoffen voor alle mensen op de wereld rond juli al op zijn voor de rest van het jaar. Ik vind dat we juist moeten zorgen voor onze planeet, omdat wij (als mens) het anders niet redden. Op school moet je nu vaak in 15 minuten je brood opeten, want anders gaat dat ten koste van ‘leertijd’. ‘Leren’ is dus belangrijker dan genieten van je eten? Pauze is geen lestijd? Hoe haalt de overheid het in zijn hoofd om pauze niet als onderwijstijd te zien? Is dat niet juist de allerbelangrijkste ‘burgerschap’ les die we op school leren? Wat hebben we aan al die kennis als we niet hebben geleerd met anderen om te gaan, met anderen te spelen, dankbaar te zijn voor wat we hebben, te leren dat genoeg ook genoeg is, omdat anderen anders niets hebben? In de opvang mag ik al die (in mijn ogen) belangrijke waarden voorleven. Ik kijk ook angstig naar de methodes voor vroeg tijdige educatie, die net als in onderwijs, soms slaafs gevolgd worden. Wil je graag een thema gebruiken? Prima natuurlijk, maar blijf oog houden voor ieder kind. Het slaafs afwerken van methodes is voor niemand leuk en voor niemand goed. Wat leert een kind dan? Net als op school: wie de macht heeft bepaalt precies wat er gebeurt. Dan krijgen we mensen die precies doen wat de ‘baas’ zegt wat moet. Niet meer weten hoe ze zelf na moeten denken, terwijl ze hard roepen dat ze ‘vrij’ zijn en vanuit die ‘vrijheid’ verslaafd zijn aan nicotine of alcohol. Mensen die in een bedrijf met veel autonomie niet weten wat ze moeten doen, omdat ze gewend zijn altijd maar te volgen. Zijn dat de mensen die we strakjes nodig hebben? Zijn dat de mensen die flexibel om moeten (ja, dan wel moeten 😉 ) gaan met de veranderende wereld? Met een zeespiegel die minimaal 2 meter zal stijgen? Die een hele nieuwe economie en samenleving zullen kennen dan wij nu kennen? Dan kan je denk ik beter een leven lang onderzoeken, ontdekken en ondernemen. Vooral leren wat waardevol is in een SAMENleving.
Maar goed, genoeg even over mijn visie op opvoeding en onderwijs. Deze blog gaat over mij als man in het werken met de jongste kinderen. Sommige ouders en collega’s herinneren zich vooral mannen die kleine kinderen seksueel mishandelen. In mijn ogen gaat dat om gestoorde individuen die zo narcistisch of psychisch niet in orde zijn dat ze levens van onschuldige kinderen verwoesten voor hun eigen lusten of wat dan ook. Ze maken misbruik van het vertrouwen van kinderen en ze gebruiken ook nog eens hun ‘volwassen’ macht om het kind te laten denken dat het zijn/haar schuld is dat dit gebeurt. Ik kan me niet voorstellen dat iemand een ander zo’n pijn doet. En ik krijg dan ook een heel naar gevoel als ik word vergeleken met zo’n persoon.
Een tijdje geleden had ik een opdracht geaccepteerd als invaller op een babygroep. Een dag later werd de opdracht geannuleerd met de melding “We bellen je nog wel even op om uitleg te geven”. Ik dacht: Ja, ja, zeker weer eens omdat ik een man ben. Een paar dagen later belde het bedrijf me op. De mevrouw had inderdaad gezien dat ik man was en ze nam direct aan dat dit niet mocht. Even later begreep ze dat dit eigenlijk een gek idee was. Ik ben immers opgeleid om te werken met kinderen (PABO) en ik heb zelfs extra trainingen gevolgd om met jonge kinderen te mogen werken (baby-training, VVE training). Ook sta ik in het personenregister kinderopvang, waarin ik constant gescreend wordt op (crimineel) gedrag. Tevens geldt altijd een 4-ogen principe op het kinderdagverblijf. Dat betekent dat je nooit helemaal alleen mag zijn. Ook als ik alleen in een groep sta zijn er altijd collega’s naast me aan het werk, of zijn er open ramen, zodat we elkaar kunnen zien, en helpen als dat nodig is. De mevrouw dacht daarover na en schaamde zich eigenlijk dat ze in eerste instantie vond dat ik als man niet met kleine kinderen mocht werken. Ze nam daarom contact op met het bestuur. Ze hebben samen overlegd en besloten dat mannen in het vervolg ook ingehuurd mogen worden als pm-er. Een paar weken daarna had ik mijn eerste opdracht bij dat bedrijf. Het was een hele fijne dag en de eerste keer dat ik een speeltuin op het dak had voor de kinderen, waar ze zich prima vermaakten. Nadat ik mijn factuur had gestuurd reageerde het bedrijf als volgt:
En zo zorg ik in hele kleine stapjes dat mannen strakjes ook gewoon welkom zijn in de kinderopvang. Ik maak het nu nog vaak mee dat ik de ‘eerste man’ ben. En telkens weer vinden de meeste collega’s, de meeste kinderen en de meeste ouders dit geweldig. Een vader zei laatst: “Eindelijk heeft mijn dochter een keer een meester, na bijna 4 jaar, het zou eens tijd worden”. Ik denk echt dat het voor de kinderen een rijkdom is om te leren van vrouwen en mannen. Iets wat in de meeste culturen heel gewoon is, en ik denk ook hier nodig is voor alle jongens en meisjes. De wereld bestaat immers uit gemiddeld 50% vrouwen en 50% mannen toch? Ik zie jongens die soms druk zijn (de jagers en verzamelaars?) die willen voetballen (wat ik overigens niet goed kan, maar dan doe ik echt mijn best 😉 ) Ik zie meiden die graag even op schoot willen om samen een boekje te lezen. Baby’s die bij me in slaap vallen. Blije gezichten als ik grapjes maak (hoewel sommige kinderen dan erg serieus kijken of ik misschien gek geworden ben? En ja, dat ben ik dan ook 🙂 ). Ik was vorige week woensdag bij een congres van Kinderopvang Totaal, waar Luk Dewulf vertelde over ‘flow’. Ja, dat is wat ik voel als ik met de kinderen mag werken. Al is het meestal 9 uur, soms langer. Voordat ik het weet is de dag alweer voorbij. Rij ik weer naar huis. Probeer ik te onthouden wie ik allemaal heb ontmoet en wat ik heb meegemaakt. Soms hectisch, soms erg druk, en altijd zijn er mooie momenten om mee te nemen in mijn hart. Mooi werk, waar ik hopelijk nog lang van mag genieten. Mijn doel is het volhouden tot ik 80 ben. Ik leef graag mijn dromen, dus wie weet…
Ik daag hierbij alle kinderdagverblijven die mannen nog discrimineren in hun beleid uit om mij of een mannelijke collega een keer een dagje in te huren op het kdv. Van mijn part blijf je erbij als je het niet vertrouwt. En kijk dan gewoon eens wat het doet met de kinderen en met de collega’s. Wedden dat het een prachtige verrijking is voor iedereen?