Het is augustus en mijn vakantie is net voorbij. Lekker uitgerust en opgeladen kan (en wil) ik weer aan de slag in de kinderopvang. Vooraf was ik wel toe aan een paar weken even ergens anders zijn. Even weg van al die ‘prikkels’ in de groep. Herken je dat? Zo ja, lees dan vooral verder:
Meldingen
Ik kan natuurlijk alleen over mezelf en mijn eigen ervaringen en gevoelens spreken, maar ik denk dat ieder mens af en toe even stil moet staan. Dan pas kan je namelijk echt voelen hoe het met je gaat en hoeveel rust je nodig hebt. Dan pas kan je lichaam en geest herstellen van al die prikkels en dat leeglopen. Net als de accu van je telefoon, kan jouw eigen batterij dan weer opladen. Pas bij 80% of meer kan je dan weer vol energie verder gaan met je bezigheden.
Maar kan je in deze tijd, waarin de mobiel uiteraard ook gewoon mee gaat op vakantie, nog wel ‘even stil staan’?
Wat ik zelf al jaren doe in mijn vakantie is alle meldingen op mijn smartphone uitzetten. Alles behalve de telefoon-app, de (sms) berichten en whatsapp (en vergelijkbare berichten-apps). Dit jaar heb ik ook die berichten apps uitgezet, mijn koppeling met mijn horloge uitgezet en mijn telefoon 90 % van de tijd op stil gezet.
Dat beviel zo goed dat ik bij thuiskomst dacht: Ik houd het lekker even zo.
Gisteren had mijn zoon, die nog niet zo lang het ouderlijk huis uit is, me gebeld, en later ook geappt. Ik had mijn telefoon nog steeds op ‘stil’ staan. Ik zag zijn berichten daardoor pas een paar uur later. Ik zie het namelijk pas als ik zelf kies die app te openen. Ik voelde me een beetje schuldig dat ik niet direct voor hem klaar stond toen hij me appte en belde. Om die reden had ik bijna mijn meldingen weer aangezet, maar ineens herinnerde ik me iets:
De telefoon gaat!
Ik zal een jaar of twaalf geweest zijn en ik was op bezoek bij mijn opa en oma in Voerendaal (Limburg). Aangezien dat best een end rijden was, logeerden we altijd het hele weekend. Mijn opa was een warme, aardige, gevoelige man die erg graag wilde zorgen voor anderen. Een echte ‘pleaser’, die van spannende boeken hield, graag buiten wandelde met de hond en het iedereen naar z’n zin wilde maken. We zaten op die avond rustig aan tafel te eten. Mijn opa schepte nog een keertje op, want eten mocht je uiteraard nooit weggooien. Minimaal twee keer aardappels opscheppen hoorde er zeker bij. Ineens ging daar de telefoon. Destijds nog een vast toestel die aan de andere kant van de kamer stond. Mijn opa sprong op van zijn stoel, wilde langs zijn stoel naar de telefoon lopen, bleef met zijn schoen hangen achter een stoelpoot, en viel hard op de grond. Wij schrokken natuurlijk en mijn vader riep direct: ‘ Pa, blijf liggen!’ Toen mijn opa direct weer op wilde staan.
‘De telefoon,’ schreeuwde mijn opa, ‘De telefoon, pak hem op! De TELEFOON!’
‘Die belt wel terug als het belangrijk is,’ riep mijn vader tegen hem.
Maar mijn opa hoorde het niet, stond toch op, liep hinkend naar de telefoon, pakte de hoorn van de haak, en zei: ‘Met Krijgsman spreekt u’.
Ik weet niet meer wie er belde. Dat was ook niet belangrijk. Maar het vallen van mijn opa, en de paniek dat hij iemand die hem belde niet kon beantwoorden, staat me nog steeds bij. Het leerde mij vooral dat die telefoon nooit persé opgepakt hoeft te worden. Als je niet thuis was kon je immers ook niet opnemen.
Mijn les uit was dus: Die telefoon is er voor mij, ik ben er niet voor die telefoon.
Mijn geschiedenis
In die tijd hadden we thuis net een computer. Bij mijn buren speelde ik al computerspelletjes op een Commodore64. Een spel inladen met een cassettebandje duurde soms 30 minuten. Ik leerde werken met MS-Dos, pc-type en Quatro pro (schrijf en reken apps van die tijd). Later werd dat Windows, Word en Excel. Nog veel later kwam daar internet bij en natuurlijk e-mail. Dat werd steeds vaker gebruikt en internet werd steeds meer geschikt voor multimedia. Ik woonde toen al op mezelf en via lan-party’s, waarin iedereen zijn eigen computer mee moest nemen, konden we spellen pelen zoals ‘Red Alert’.
Ik heb soms echt geworsteld met de eerste sociale media, zoals Hyves. Door mijn korte, krachtige reacties en gebruik van smileys (emoji) naar iedereen die ik online tegenkwam werden mensen soms echt boos, terwijl ik het dan juist grappig bedoelde? Op mijn werk gingen we van enkele mails per dag in een paar jaar tijd naar meer dan honderd mails per dag. Van iets wat een beetje bij je werk hoorde, naar zoveel werk, dat je ‘echte’ werk eronder leed. Wij moesten dan op training hoe we daar beter mee om konden gaan. Facebook, Instagram en andere sociale media kwamen erbij. Binnen een paar jaar tijd waren er honderden apps op de markt. Ik vond (en vind) het prachtig en zag ondertussen dat kinderen (en ouders) tegen dezelfde worstelingen aanliepen als ik in het begin. Als leerkracht wilde ik kinderen daarom graag helpen te begrijpen wat wel en niet handig was, maar daardoor werd ik regelmatig op het matje geroepen: “Nee meester Arthur, zo doen wij dat hier niet. Die sociale media zijn nu al oorzaak van alle conflicten op deze school. Die online problemen willen we er niet bij hebben. We zijn hier om te leren!” Dus al snel mocht ik dat niet meer doen en ik snapte er niets van: School is toch juist het instituut, waarin kinderen op een veilige manier de kennis en vaardigheden moeten leren waarmee ze zich staande kunnen houden in onze wereld? Het instituut waar ze kunnen leren weerbaar te worden en hoe ze hun eigen levensweg kunnen bewandelen samen met anderen? Dat gaat toch niet over de wereld van vroeger, maar om de wereld van nu?
Ik weet nog dat ik vroeger soms uren moest wachten in een postkantoor, of in een winkelrij bij de kassa. Ik vind het daarom geweldig wat internet, en nu ook de smartphone, voor mij betekent. Heel veel apps en manieren van werken zijn heel handig en schelen me veel tijd, zoals die wachttijden in winkels of overheidsinstanties. Die tijd kan ik nu besteden om dit artikel te schrijven, of een leuke film te kijken, of een prachtig boek te lezen, of mooie foto’s te maken, of een motorritje te maken, of met mijn gezin te wandelen in de natuur en ga zo maar door. De keerzijde is dat veel mensen (ik ook regelmatig) zoveel ‘moeten’, dat je niet meer voldoende kan herstellen (opladen naar die minimale 80%) en ziek wordt. Steeds meer collega’s om me heen kregen begin deze eeuw klachten die te maken hadden met overbelasting, zoals een burn-out of rsi klachten (nu heet dat KANS). En uiteindelijk werd ik zelf in 2002 ook ziek. Wat me toen verbaasde is dat ik een burn-out kreeg in een periode waarin ik gedwongen tot rust kwam. Op dat moment had ik namelijk werk wat me totaal geen voldoening gaf en wat ik niet nuttig vond. Het grootste deel van mijn werktijd was ik voor mijn gevoel bezig met pure onzin. En juist door die ‘rust’ viel ik om. Een burn-out komt niet zomaar. Het komt omdat je altijd ‘aan’ staat, zelfs als je denkt rustig te zijn. Ik was al heel lang vergeten om naar mezelf te luisteren, terwijl ik dacht dat ik dat wel deed door aan al mijn verlangens en wensen toe te geven. Ik dacht zelfs dat alcohol mij hielp om rustig te worden. Het erkennen dat je van hard werken dus wel dood gaat, als je niet voldoende oplaadt, ging volledig in tegen mijn eigen denken. Dat om-denken duurde lang, en zelfs nu nog gaat dat wel eens met vallen en opstaan.
Meldingen uit
En dus heb ik nu sinds een paar weken al mijn meldingen uit staan. ook mijn horloge trilt niet meer telkens en ik doe hem nu niet eens om. Ik weet heus wel wanneer ik voldoende stappen heb gezet. Zelfs hardlopen ga ik af en toe zonder horloge doen. Ik las online dat ze daar een naam voor hebben: Naked Running (Naakt hardlopen). Vandaar mijn mooie tegeltje boven dit artikel, want ik krijg daar toch andere beelden bij. Nee, op die manier ga ik nooooit hardlopen. ?
En ondanks dat ook mijn familie me nu niet altijd meer kan bereiken, voelt het goed. Ze weten het, dus in noodgeval kunnen ze een paar keer bellen en anders staat meestal in mijn agenda waar ik ben en kunnen ze die locatie bellen. Het verbaast me dat de meeste apps nu telkens bij starten een extra melding geven: “DOE MELDINGEN NU AAN!”. Gelukkig blijf ik nog steeds de baas over mijn telefoon en mijn apps. Waarom doen die apps dat eigenlijk? Niet voor jou hoor. Ze willen gewoon veel worden gebruikt, zodat het uiteindelijk weer geld oplevert voor de eigenaar van die app. Daar doe ik nu dus lekker niet meer aan mee. Genoeg is genoeg. Voor mezelf, mijn lichaam en geest. En alleen op die manier val ik minder vaak in de valkuil dat ik vergeet op te laden. Ja, het zal vast nog wel eens gebeuren, want leven gebeurt nou eenmaal altijd met downs en ups. Maar ik bepaal zelf wanneer ik apps open en wanneer ik meldingen en berichten lees.
Kinderen van nu
En dan denk ik aan de kinderen van nu. De kinderen waar ik mee mag werken. Die veel meer en veel vaker alles ‘on demand’ hebben dan ik als kind had. Ze hoeven geen week meer te wachten tot een penvriend(in) een brief terug heeft geschreven. Ze hoeven niet precies om 20:00 klaar te zitten voor de tv voor een nieuwe aflevering van die nieuwe serie (of de herhaling van die serie). En in veel gevallen is dat super fijn en comfortabel! En ik zie dat ze zoveel ‘moeten’. Niet alleen van ons als opvoeders, maar zeker als ze iets ouder worden ook van zichzelf. Om erbij te horen. Om niet buiten de groep te vallen. Om veel vrienden te hebben. Om verkering te krijgen. En ga zo maar door.. Ze denken soms dat het aantal likes op Insta overeenkomt met de werkelijke liefde en aandacht. Dat online vrienden echte vrienden zijn. Ze lopen tegen precies dezelfde worstelingen aan die ik had. Maar ik was al ‘volwassen’ en kon beter reflecteren op de situatie, omdat ik ook de tijd kende zonder die tools. Ik hoefde niet elke 10 seconde een andere video te zien en wel of niet te liken. Ik had niet het gevoel iets te missen als ik niet online was. Alleen al daaraan denken geeft me een beklemmend gevoel en krijg ik er stress van. En toch doen kinderen ook gewoon wat wij doen.
Ik zie ouders en andere opvoeders buiten met hun mobieltjes bezig, in plaats van met hun kinderen. Vragen die kinderen dan aandacht (wat logisch is) krijgen ze boze ouders, in plaats van liefdevolle aandacht. Kinderen leren van wat wij doen, en kinderen zijn nou eenmaal super loyaal aan hun ouders. En aan de ene kant ben ik jaloers op alle videos die mijn kinderen hebben geleerd over de wereld. Wat zou ik dat graag gehad hebben toen ik jong was. En ik zie ook dat ze soms wel erg veel en vaak kijken naar schermen. Toen ik de PABO deed las ik al onderzoeken over een nieuwe generatie die zich niet lang meer kan focussen op een taak. Door al dat swipen en korte, snelle berichten, weten veel mensen inderdaad niet meer hoe het is om een hele cd te beluisteren, en daarna gewoon nog een keer, en nog een keer. Of een film te kijken zonder afleiding (4DX is super leuk, maar zelfs daar ben ik inmiddels aan gewend ? ). Of een project op de juiste manier af te ronden. Of een uur lang te vergaderen zonder afleiding (ik geef toe dat mij dat ook niet altijd lukt… ?)
En dan hoop ik dat ook deze kinderen zullen leren dat ze zelf mogen kiezen. En dat ze beseffen dat sociale media en de Smartphone altijd een verslavend element heeft, net als sigaretten, bier en wijn of lekker eten. En dat ze weten dat onze eigen hersenen ons regelmatig aan het beduvelen zijn.
Door ervaringen zoals die van mijn opa met de telefoon, kunnen ze leren. Dus laat zien dat je ook wel eens fouten maakt. Zeg eens sorry als je een uur lang met je mobiel bezig was in plaats van met je kind. Laat zien dat je er zelf ook wel eens mee worstelt. Praat daar met je kind over. Ik denk dat we dan opnieuw mensen hebben die denken:
Ja hallo, die mobiel is er voor mij. Ik ben er niet voor die mobiel! Ik zet ‘m even uit, want ik ben er nu voor jou.

