In het onderwijs en in de kinderopvang kom ik wel eens kinderen tegen met gedrag waar ik op dat moment echt even geen flauw idee heb hoe ik daarmee om moet gaan. Aangezien ik zeker weet dat alle mensen die met kinderen werken het wel eens niet weten deel ik graag dit verhaal.
Laatst werkte ik met een meisje van 5 die af en toe erg onaardig deed tegen de andere kinderen. Ik noem haar voor dit verhaal even Evi. Evi zei en deed op dat moment van alles tegen de kinderen en de opvoeders om ze boos te krijgen en dat lukte haar aardig. Ze bedreigde de kinderen dat ze hen wel even in elkaar zou slaan en hun (lego) toren zou omgooien. Toen ik haar (streng) toesprak dat ze dat absoluut niet mocht doen probeerde ze mij ook boos te krijgen door te zeggen: “Dat doe ik lekker toch, ik maak zelf wel uit wat ik doe!” Mijn eerste impuls was inderdaad boosheid, omdat ze niet deed wat ik haar opdroeg. Maar aangezien ik dit (in mijn ogen) bijzondere gedrag beschouw als een schreeuw om aandacht en liefde (en niet van mijn boosheid) bleef ik gewoon staan en probeerde ik het met humor: “Dan blijf ik gewoon lekker de hele dag bij je staan”, zei ik met een lach. Dat viel helaas ook niet in goede aarde en ze ging schreeuwen en gillen. Een collega kwam kijken wat er aan de hand was en toen Evi dat zag rende ze snel naar een leeg lokaal. Ik legde de collega uit wat er was gebeurd en de collega vond dat ik ‘strenger’ moest zijn bij Evi om haar te dwingen rustig te worden. Ik was het daar niet mee eens, ik denk juist dat in dit geval ‘strenger’ het probleem verergert, want dan wordt alleen op basis van machtsverhoudingen een emotie afgeremd. Het enige wat een kind daar volgens mij van leert is dat je als ‘baas’ over de gevoelens en emoties van anderen mag bepalen hoe ze daarmee om moeten gaan. (Misschien komt haar gedrag daar onbewust juist wel vandaan?) Ik weet dat kinderen soms even aan mij moeten wennen, omdat ze gewend zijn aan volwassenen die vooral met straffen en belonen hen proberen te motiveren. Maar ik heb inmiddels genoeg ervaring om te weten dat die korte-termijn motivatoren niet op de lange termijn functioneren, zoals de wetenschap ook duidelijk laat zien, bijvoorbeeld de ‘Self-Determination Theory’ van Deci and Ryan (2017). Het gaat er juist om erkenning te geven aan het kind vanuit de relatie (ook, of misschien zelfs juist, bij ‘lastig’ gedrag), het kind wil autonomie en dus vertrouwen krijgen wat het op dat moment aankan, plus een gevoel dat het ergens goed in is.
Sinds kort ben ik meer aan het leren over systemisch coachen. Ik had hier al over geleerd in mijn opleidingen tot kindercoach en pedagogisch coach en ik ben daardoor nieuwsgierig geworden. Ook gezien vanuit die theorie leer ik nu nog beter om oordeelloos te kijken naar het hele ‘systeem’ waar het kind in zit en waar ik zelf ook vaak al in zit. Kinderen vullen (onbewust) de gaten op die volwassenen laten ontstaan. Schreuder (2020) vergelijkt dat mooi met een kudde buffels. Aan de buitenkant horen de volwassen dieren te lopen, daarbinnen (in de veiligheid) de jonge kalveren. Op het moment dat in de buitenring een volwassen dier wegvalt, wordt die plek direct opgevuld door een kalf. En rara welk dier wordt als eerste gegrepen door roofdieren? En zo gaat dat ook in de onze (familie)systeemwereld. Het moment dat een ouder wegvalt in het familiesysteem (dat kan fysiek zijn, of geestelijk), zal een kind die plek opvullen. Het kind laat dan zien wat er in het familiesysteem wordt buitengesloten. Dat gedrag is altijd onbewust, het kind heeft meestal geen idee waarom het (soms ineens) dat gedrag laat zien. Dat kan een buitensluiting in het systeem zijn van de ouders, maar het kan ook veel verder teruggaan in de tijd. Het kan bijvoorbeeld zomaar de overgroot opa zijn die oorlogsmisdaden heeft gepleegd of een oma die veroordeeld is voor kindermishandeling, of een miskraam heeft gehad.
Met die theorieën in mijn achterhoofd liep ik een paar minuten nadat ze was ‘gevlucht’ naar Evi toe. Ze zat nog in een hoek en verwachte denk ik alsnog een boze Arthur of een heleboel straf (of allebei 😉 ). Ik hurkte naast haar neer en vroeg haar: “Evi, wil je de volgende keer dat ik strenger ben?” Ze keek me aan en zei: “Nee, je bent al heel streng”. “Het lijkt wel of je wil dat iedereen boos op je wordt. Klopt dat?” “Ja, ik wil dat iedereen boos op me is. Dat wil ik al vanaf dat ik 0 ben!” “Jeetje”, zei ik “wat draag jij dan een last.” En ik wachtte even tot die zin bij haar binnen kwam. “Als je ooit even met me wil praten kom dan gewoon hè, ik ben er voor je.” Ze keek me aan en het was goed. “Zullen we weer naar de groep?”, vroeg ik. En dat deden we. Een paar minuten laten kwam ze met een spelletje aan. “Wil je dit spel met me doen?”, vroeg ze. En ik hield me aan mijn woord en heb gezellig het spel gespeeld. Die dag heeft ze daarna nog met de andere kinderen gespeeld. Voor vandaag was dit voldoende. Het benoemen van de last die ze draagt, en ik denk vooral het hele kind erkennen, met alles wat bij haar hoort, gaf haar weer rust om uit haar ‘ik wil dat iedereen boos op me wordt’ emotie te komen.
Natuurlijk hoop ik dat hiermee haar gedrag vanaf nu niet meer ‘lastig’ zal zijn, al is het maar voor haarzelf, want ze heeft er echt last van. Ik heb er vertrouwen in dat dit gedrag ooit een keer over zal zijn. En ik ben niet teleurgesteld als het toch weer eens fout gaat. Ik ben er voor haar, accepteer haar als Evi, met alles wat erbij hoort. Ik blijf in verbinding, ook als zij af en toe uit verbinding gaat. En ik hoop nog vaak met haar te mogen spelen, samen met de andere kinderen.
En keur ik dan alles goed? Nee natuurlijk niet, soms keur ik gedrag af, zeker als het kind mijn grenzen of die van andere kinderen (telkens weer) over gaat. Maar het kind zelf blijf ik ‘erkennen’. Hoe moeilijk ik dat soms ook vind… en nee, het lukt met echt niet altijd. Dan zeg ik sorry, en beginnen we gewoon weer opnieuw.
Bibliografie
Schreuder, B. (2020). Ik ben kind, dus ik voel waar mijn ouders zijn. Hoe je het jou en de kinderen waarvoor je zorgt goed laat gaan. Nijmegen: Uitgeverij Het Noorderlicht
Ryan, R.M. & Deci, E.L., (2017). Self-Determination Theory. Basic psychological Needs in Motivation, Development, and Wellness. New York: The Guilford Press